Verloren smaken: waarom vergeten Vlaamse bieren onze aandacht verdienen
In een tijdperk waarin IPA’s in elke variant opduiken en zure bieren een haast modieuze status hebben bereikt, is het makkelijk om te vergeten dat Vlaanderen ooit een schat aan lokale bierstijlen kende die intussen bijna spoorloos zijn. En toch vormen net die ‘vergeten’ bieren een sleutel tot het begrijpen van onze rijke biercultuur. In dit artikel neem ik je mee op een herontdekkingstocht langs enkele van onze historische bierstijlen, met aandacht voor hun oorsprong, smaakprofiel en mogelijke revival.
Wat bedoelen we met vergeten bieren?
Een bier is ‘vergeten’ wanneer het uit de reguliere productie verdwijnt en ook bij het brede publiek in de vergeethoek sukkelt. Vaak gaat het niet om één specifiek merk, maar om een hele bierstijl die decennia geleden populaire was, en nu nog slechts in archieven of familieverhalen leeft. De oorzaken zijn talrijk: veranderende smaakvoorkeuren, schaalvergroting in de brouwerijwereld, economische druk, en niet in het minst de impact van de twee wereldoorlogen.
Tarwebier voor de werkman: het Peetermanbier
Ooit was het Peetermanbier het meest gedronken bier van Leuven en omstreken. Deze troebele tarwebieren, van nature laag in alcohol en licht zuur door gemengde gisting, waren ideaal voor dorstige arbeiders. Peeterman viel tussen de huidige witbieren en lambiek in: hoog gegist, ongefilterd en niet gepasteuriseerd, met een lichte graanzurigheid afkomstig van ongeëeste tarwe en spontane melkzuurbacteriën.
Na de Eerste Wereldoorlog verloor Peeterman snel terrein aan het meer gestandaardiseerde pils, dat makkelijker produceerbaar en consistenter van smaak was. Slechts één brouwerij, de Leuvense De Vlier, heeft de Peeterman sinds kort een nieuw leven ingeblazen, op basis van historische receptuur. Hun interpretatie is een zachte, granige tarwesemake, met elegante citrusaroma’s van koriander en een frisse zuurtoon die doet denken aan jonge geuze.
Hoegaarden is meer dan witbier: de verdwenen Houtebier
Vraag een Belg naar Hoegaarden, en 99 op 100 denkt hij aan witbier. Maar vóór Pierre Celis zijn witbier succesvol opnieuw uitvond in de jaren ’60, kende Hoegaarden een viertal eigen bierstijlen, waaronder het zogeheten Houtebier. Dit was een amberkleurig, stevig gehopt bier van ongeveer 6% alcohol, vergist met een robuuste giststam die zowel kruidige als phenolische aroma’s produceerde.
Het bijzondere aan Houtebier was zijn lagering in houten foeders, wat het bier een oxidatief profiel gaf — notig, licht zurig en met een drogende afdronk. In zijn beste jaren werd dit bier getapt in lokale cafés rechtstreeks uit het vat, ongekoeld, met een amberrood schuim en complexe kruidigheid die vandaag herinneringen oproept aan een hybride tussen saison en oude Engelse ales.
Verschaald fruit: het lot van oude kriek en scherminkel
Wie ‘kriek’ zegt, denkt vaak aan zoete, rode bieren die haast smaken als fruitsnoepjes. Maar de échte oude kriek, geënt op lambiek en vergist met zure schaalkersen, was een heel ander verhaal. Droog, complex, en doordesemd met de typische ‘funk’ van ouderwetse houten vergisting. Deze stijl kende een bloeiperiode begin 20e eeuw, maar raakte na de Tweede Wereldoorlog op de achtergrond door de opkomst van limonadeachtige fruitbieren.
Een nog zeldzamer en vrijwel verdwenen fruitbier is de Scherminkel: een West-Vlaamse variant op kriek, waarbij vroeger mispels of sleedoorn werden toegevoegd aan een donkerbruine basis van gemengde gisting. We vinden hierover nog amper documentatie terug; wie het ooit proefde, noemt het “struikgewas in een glas”: wrang, aards, licht rokerig, met een minerale toets.
Tegenwoordig proberen enkele microbrouwers deze stijl terug tot leven te wekken, zoals Brouwerij Antidoot die experimenteert met spontane vergisting op vergeten vruchten zoals kweepeer, vlierbes of zelfs meidoorn. Het resultaat is verwant aan oude scherminkelrecepten: ongepolijst, wild en onvoorspelbaar.
De zwakke reuzen: tafelbieren en hun ondergang
Hoewel tafelbier strikt genomen geen aparte bierstijl vormt, verdient het hier toch vermelding. Deze licht alcoholische (0,5–2%) bieren waren tot diep in de jaren ’80 een vast onderdeel van de maaltijd, zelfs op school. Vooral in West-en Oost-Vlaanderen had je een breed gamma: donker tafelbier met karamel- en mouttonen, of lichtere varianten met een subtiele dry-hop.
Dat tafelbier uit onze eetcultuur verdween, heeft te maken met maatschappelijke factoren: de opkomst van frisdranken, veranderde schoolregels, en een algemene verschuiving naar zoetere smaken bij jongeren. Maar in de context van food pairing en ‘low alcohol’ geniet het vandaag weer enige interesse. Brouwerijen als ‘t Verzet of De Ranke lanceren nu lichtere versies (< 2,5% ABV) met veel smaak en bitterheid, als antwoord op session-IPAs maar met een helemaal Belgisch karakter.
Regionale revival: hoe oude bieren opnieuw leven krijgen
Het herontdekken van vergeten bieren vergt onderzoek, geduld en een flinke dosis experiment. Gelukkig nemen sommige brouwerijen die opdracht ter harte. Enkele voorbeelden:
- Brouwerij Den Herberg (Buizingen): Herintroduceerde een versie van de oude Peeterman op basis van historisch bronnenmateriaal.
- D’Oude Maalderij (Izegem): Brengt met hun ‘Houte’ een ode aan houtgerijpte tarwebieren zonder toevoegde aroma’s, gebruikmakend van foeders uit de wijnwereld.
- Brouwerij Alvinne (Moen): Experimenteert met zeldzame fruitsoorten in zure bieren volgens alfires technologische methodes zoals bio-engineering van eigen gistculturen.
Wat deze brouwers bindt, is eerbied voor de geschiedenis, gecombineerd met hedendaagse precisie. Ze gaan niet zomaar ‘oude bieren opnieuw brouwen’, maar reconstrueren met behulp van laboratoriumanalyse, mondelinge geschiedenissen en gebalde ervaring.
Wat kunnen we leren van deze bieren?
Vergeten bieren tonen aan dat bier meer is dan alleen IPA’s, tripels en blondjes. Ze weerspiegelen sociale structuren, landbouwpraktijken en drankgewoonten van vroegere generaties. Tegelijk nodigden ze ons uit tot een andere manier van proeven: minder gericht op directe smaakimpact, en meer op gelaagde complexiteit.
Bovendien bieden ze inspiratie voor hedendaagse brouwers die zich willen onderscheiden in een verzadigde markt. Wie durft vandaag nog een braambierre-fermentatie opzetten in een eikenhouten vat zonder temperatuurcontrole? De antwoorden liggen misschien niet in Silicon Valley, maar in het receptboek van je overgrootvader.
Vlaamse bierdiversiteit herwaarderen
Het is ironisch dat, terwijl Belgische bieren wereldwijd worden geprezen om hun traditie, zoveel inheemse brouwstijlen thuis vergeten raken. De toekomst van het Vlaamse bierlandschap hoeft niet per se in hypermoderne hopbommen of gadgetachtige fermentaties te liggen. Soms is een blik achteruit de kortste weg vooruit.
Als foodpairing-enthousiast zie ik bovendien duidelijk potentieel: een gerijpte oude kriek naast een stoofpot van haas met gekonfijte ui, een Houtebier bij een plank oude kazen, of zelfs een tafelbier naast een boterham met radijs en plattekaas — eenvoud die spreekt.
Laat deze herontdekking dus geen nostalgische oefening blijven, maar een stimulans tot actie. En wie weet… de volgende Peeterman die jij proeft, hangt misschien al in het vat bij je lokale microbrouwer.